top of page

Dijklander Expositie

De foto's hieronder zijn te zien op de foto-expositie in het Dijklander Ziekenhuis te Hoorn.

2. Ui van Aflatun.jpg

De Kaukasische Ui

​

Wilde groeiplek: Zuidoost-Europa tot Centraal-Azië​

Plantkundige naam: Allium atroviolaceum

​

De Kaukasische Ui produceert een bloemsteel die tot wel een meter hoog kan groeien. Het bloemhoofd bestaat uit tientallen kleine, paarse bloemetjes. Op de foto is het bloemhoofd te zien kort nadat de bloemknop is opengegaan en het opengescheurde hulselblad nog kleur heeft. In deze fase heeft het bloemhoofd een diameter van 6 tot 7 cm, maar bij volle bloei kan de bloem uitgroeien tot een diameter van wel 15 cm.

3. Israelische Ui.jpg

Israëlische Ui

 

Wilde groeiplek : Oost-Galilea en de Golanhoogten.

Plantkundige naam: Allium basalticum

​

De Israëlische ui werd pas aan het eind van de vorige eeuw ontdekt en in 2011 beschreven in de botanische literatuur. Deze planten hebben een beperkt verspreidingsgebied en komen alleen voor in de basaltgronden van Oost-Galilea en de Golanhoogten. De foto toont het bloemhoofd dat nog niet helemaal in volle bloei staat. Opvallend zijn de diep paars gekleurde vruchtbeginsels.

1. Glasuitje.jpg

Glasuitje

 

Wilde groeiplek: De Sierra Nevada, California

Plantkundige naam: Allium hyalinum

 

Het glasuitje komt veel voor in het wild in de San Joaquin-vallei en de uitlopers van de Sierra Nevada in Californië. Het plantje wordt ongeveer 20 cm hoog en vormt ongeveer 25 stervormige bloemen, wit van kleur of subtiel lichtroze getint. Op de foto is het bloemhoofd te zien, vlak nadat het droge, roze getinte hulselblad is opengescheurd, waarbij de intens roze helmhokjes zichtbaar worden. Aan het einde van de bloei worden de bloemblaadjes doorzichtig, vandaar de naam Glasuitje.

5. Uitje van Amorgos.jpg

Het Uitje van Amorgos

​

Wilde groeiplek: Het eiland Amorgos, Griekenland

Plantkundige naam: Allium luteoleum

​

Het Uitje van Amorgos is een uiterst zeldzame soort die alleen voorkomt op het Griekse eiland Amorgos, onderdeel van de Cycladen. Met een hoogte van slechts 5 tot 10 cm is deze soort een van de kleinste binnen de Uienfamilie. De bloemetjes, die in volle bloei een diameter van ongeveer 1 cm hebben, schitteren in een prachtige citroengele tot groenachtig gele tint met gele helmknoppen. Op de foto is te zien hoe de bloemetjes als het ware worstelen om uit het nog groene hulselblad te komen.

8. Gouduitje 80 x 80.jpg
4. Zaaddozen Gouduitje.jpg

Gouduitje

​

Wilde groeiplek: Zuid-Europa

Plantkundige naam: Allium moly

 

Het Gouduitje wordt ongeveer 20-30 cm hoog en produceert clusters van stervormige, felgele bloemen die op stevige stelen staan. Het Gouduitje komt van nature voor in Zuid-Europa, met name in bergachtige regio's. De foto’s tonen de bloemen en zaaddoosjes van het Gouduitje. De bloemblaadjes zijn opvallend stevig en komen terug in de zaaddoosjes, die met een diameter van ongeveer 1 cm even klein zijn als de bloemetjes.

bottom of page